Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar nu, weest niet bekommerd, en [10][de toorn] ontsteke niet in uw ogen, omdat gij mij hierheen verkocht hebt; want [11]God heeft mij voor uw aangezicht gezonden, tot behoudenis [12]des levens. 10. Of, droefheid, of, spijtigheid, of enige andere kwade beweging; verg. boven, hfdst.31 vs.35; of, laat geen kwade gezindheid in u blijken. 11. Door zijn wijze, goede en alvermogende regering, uw kwaad werk tot een goed einde wendende; gelijk Hij gedaan heeft met het werk van Saul, 1 Sam.19:9, van Absalom, 2 Sam.12:12; van Simei, 2 Sam.16:10; van Achitofel, 2 Sam.17:14; van de vijanden van Job, Job 1:21; van de Joden, Hand.2:23, enz; zie 2 Sam.12:12. 12. Te weten, van ulieden. Anders, tot leeftocht gelijk Richt.6:4, en Richt.17:10.